Avond van de Fotografie

De vloer van de bovenzaal heeft het gehouden

Het was overvol op een van de eerste winterdagen van het nieuwe jaar, in de bovenzaal van Café Schiller. In tegenstelling tot de aankondiging presenteerde Bart Willemsen de avond. Roel Braamskamp kon door omstandigheden helaas niet komen. De fotografen Janneke Roelofs en Maarten Rots presenteerden hun fotografisch werk. En zo te zien bestond waarschijnlijk het merendeel van het publiek uit belangstellende collega fotografen.

Janneke Roelofs http://www.jannekeroelofs.com  maakte ons deelgenoot tijdens haar presentatie ‘van concept naar foto’ en vertelde, dat zij als kind al met haar vader op stap ging om foto’s te maken.
Zij begon een opleiding bij fotoschool Statief in Utrecht en later Vakfotografie in Werkhoven. Nog zonder eigen studio, in de huiskamer, met als model vaak haar dochter en met weinig middelen, bijvoorbeeld met slechts licht van een bouwlamp, merkte zij dat er zo al mooi werk kon ontstaan.

Als voorbeeld liet zij ook de ontwikkeling zien van de opdracht tijdens haar opleiding ‘Mijn Rembrandt’. Naar aanleiding van een beeld, een foto waar zij door geïnspireerd werd, een eigen Rembrandt te maken. Zo kwam zij tot het maken van ‘Het meisje met de rode hoed’ van Vermeer.
Binnen het vrije werk van de opleiding kwam zij de fotograaf Peter Ruting tegen die haar erg inspireerde, zij genoot van de eenvoud. Dit leidde tot een serie ‘bijna wit’ van 5 foto’s, een zoektocht naar eenvoud, dat eenvoudig lijkt, maar het niet is.
Janneke eindigde haar boeiende presentatie: ‘Het moet een mooie plaat worden, het is zoeken en spelen met fotoshop en dat vind ik heel leuk.’

Maarten Rots http://www.maartenrots.nl, oorspronkelijk Aaltenaar en nu woonachtig in de Randstad. Zijn de bedoeling was om grafisch kunstenaar te worden en volgde de opleiding aan het grafisch lyceum in Utrecht.
Hierna ging hij ging naar de Rietveld Academie en volgde de opleiding tot Beeldend Kunstenaar.  Op een dergelijke opleiding wordt je ‘flink door elkaar gerammeld’, zoals hij het zo treffend vertelde en werd aan het denken gezet.

Hij koos voor een audiovisuele opleiding, breed opgezet en zo raakte hij aan het filmen. Fotografie was ook een van de mediums. Op de ‘bonnefooi’ door Amsterdam met de videocamera rondlopen, leverde een aantal verrassende, zelfs humoristische opnames op, die hij liet zien.
In 2014 is hij ‘echt’ gaan fotograferen. Wederom de straat op gegaan: hij gelooft nu nog steeds is de gedachte: als ik ergens naar toe ga is er iets te halen. Ook begon hij een eigen magazine March & Rock.
Gaandeweg ontvouwde zich zijn interesse in architectuur, vlakverdeling, zoeken naar composities, lijnverwerking. Hij ervaarde dat de schoonheid in het kleine te vinden is en vastgelegd kan worden.
Tot op de dag van vandaag is er toen een basis gelegd en heeft hij de abstractie omarmd, zoals hij vertelde.

Eind 2016 begon hij een nieuw project, door samen met zijn vrouw een half jaar met een campertje te reizen naar het Zuiden en ervaarde dat het licht er wezenlijk anders is. Het inspireerde hem enorm. Architectuur ging de boventoon voeren, mensen werden steeds minder interessant. Hij kijkt meer naar de mogelijkheid van lagen en om perspectieven samen te laten komen.

En zo kwam er een eind aan een zeer boeiende avond, waar deze twee zeer gepassioneerde mensen vertelden over hun werk. Boeiend was dat beiden, hoe verschillend ook, op een gegeven moment uitkwamen bij het weergeven van de eenvoud der dingen. Iets dat zich niet gemakkelijk laat vastleggen; waar je waarschijnlijk oog voor moet hebben. En dat hebben zij het aanwezige publiek laten zien.